Overstromingsrisico Geul vraagt om
mix van maatregelen

De Geul ontspringt in België en stroomt door het Limburgse heuvelland naar de Maas bij Bunde. Het water in de rustige beek kan bij regenval snel stijgen en wateroverlast veroorzaken. In de zomer van 2021 trad de Geul op veel plaatsen buiten haar oevers en richtte veel schade aan. Onder andere Valkenburg aan de Geul werd zwaar getroffen. Onderzoeker Nathalie Asselman van kennisinstituut Deltares onderzocht wat er gebeurde en welke maatregelen nodig zijn om herhaling te voorkomen: “We onderzochten hoeveel neerslag er waar gevallen was om te snappen hoe het watersysteem hierop heeft gereageerd. Al snel bleek dat de overstromingsrisico’s alleen kunnen worden verminderd met een mix van maatregelen.”


Rekening houden met hoogwater in elk seizoen

Vóór 2021 lag de aandacht bij hoogwater in Nederland vooral op de grote rivieren en de zee. De extreme regenval in 2021 maakte duidelijk dat ook regionale wateren zoals de Geul, de Roer en de Geleenbeek een knelpunt kunnen vormen. “We hebben van de bui in 2021 voor heel Nederland veel geleerd,” legt Asselman uit. “De omvang van ‘waterbommen’ met extreme regenval in korte tijd is nieuw. We kijken nu ook naar de gevolgen van extreme regenval bij andere beken en rivieren in Nederland. We onderzoeken dit met computermodellen, waarmee we berekenen hoe de neerslag afgevoerd wordt. Een andere les is dat we vanwege de waterbommen ook in de zomer rekening moeten houden met hoogwater.”

“We hebben van de bui in 2021 voor heel Nederland veel geleerd. De omvang van ‘waterbommen’ met extreme regenval in korte tijd is nieuw.”

Zoektocht naar maatregelen

Tijdens het onderzoek verkende Asselman de mogelijkheden van maatregelen in de stroomgebieden van de Geul, de Geleenbeek en de Roer van bron tot monding. Hierbij werden verschillende maatregelen verkend zoals water vasthouden, bergen, afvoeren en beschermen tegen het water. “Water vasthouden doe je bovenstrooms van de rivier bijvoorbeeld door de aanplant van bossen die er voor zorgen dat water makkelijker in de bodem kan zakken. De bodem werkt zo nog beter als een spons die het water vasthoudt. In de dalen kun je water tijdelijk bergen in grote bekkens. Om het water beter af te voeren kun je bijvoorbeeld bruggen verbreden of ‘tunnels’ aanleggen. Uiteindelijk kun je gebieden beschermen met dijken,” legt Asselman uit. Toch blijkt geen enkele maatregel voldoende om overstromingen zoals in 2021 te voorkomen.

Hoge muren geen oplossing

Voor het stroomgebied van de Geul werd gekeken naar het effect van hoge kademuren of dijken in Valkenburg. Hoewel dit in theorie het centrum kan beschermen, kleven er ook grote nadelen aan. "De kademuren in het centrum zouden meer dan drie meter hoog moeten zijn. Dat ziet er niet alleen heel lelijk uit, maar zorgt ook voor extra opstuwing van het water stroomopwaarts richting Schin op Geul."

“Kademuren van drie meter hoog zien er niet alleen heel lelijk uit, maar zorgen ook voor extra opstuwing van het water”

Bergen van water

Water stroomopwaarts bergen met regenwaterbuffers of door gebieden langs de Geul tijdelijk onder water te zetten, lijkt een logische maatregel. Maar de benodigde grootte van die ‘opslagbekkens’ blijkt enorm. "Als we de overstroming in Valkenburg in 2021 hadden willen voorkomen, had er 10 miljoen kubieke meter water moeten worden gebufferd. Dat komt neer op 1400 voetbalvelden die één meter onder water staan naast de gebieden die al onder water zijn gelopen."

Snellere afvoer

Ook de snellere afvoer van het water in de Geul is onderzocht. Bijvoorbeeld met het verbreden van bruggen of het aanleggen van een tunnel onder Valkenburg. Asselman: “Een tunnel verlaagt de waterstanden in Valkenburg, maar zorgt stroomafwaarts, richting Meerssen en Bunde, juist voor hogere waterstanden.”

Sponswerking en ruimtelijke keuzes

Een opvallend resultaat uit het onderzoek is de rol van de bodem. In 2021 nam de bodem zeventig procent van het gevallen water op. “De sponswerking van de bodem heeft goed zijn werk gedaan. Dat natuurlijke vermogen moeten we behouden voor de toekomst. Gemeentes moeten kritisch kijken naar het uitbreiden van woongebieden in risicogebieden. Of woningen bouwen op een manier dat het water geen gevaar vormt bij een mogelijke overstroming,” laat Asselman weten.

Een complexe puzzel

Asselman benadrukt dat de complexe puzzel om de overstromingsrisico’s te verminderen nog niet is gelegd. “Geen enkele maatregel op zichzelf is voldoende. Alleen een combinatie van maatregelen verspreid over het hele stroomgebied kan effect hebben. Daarbij moet goed worden gekeken naar de effecten stroomopwaarts en stroomafwaarts.”

Samen werken aan een waterweerbaar Limburg

De overheden in Limburg zijn nu aan zet om deze complexe puzzel te leggen. Dat moet leiden tot een voorkeursvariant van maatregelen voor het Geulgebied. Ze moeten bepalen welke maatregelen waar het meest effectief zijn, wat ze kosten en hoe ze passen in het landschap. Parallel aan de aanpak van het Geulgebied starten we ook met de andere stroomgebieden van de Roer en de Geleenbeek. Alleen samen kunnen we Limburg waterweerbaar maken.

Onderzoek Deltares

De hoogwatercrisis van juli 2021 riep veel vragen op. In opdracht van Waterschap Limburg en de Provincie Limburg deed Deltares onderzoek naar de oorzaken en gevolgen van het hoogwater. Het onderzoek is in twee fasen uitgevoerd. De eerste fase is in mei 2022 afgerond. Dit onderzoek was gericht op vier locaties die in 2021 getroffen zijn door het hoogwater. De tweede fase van het onderzoek is in januari 2023 afgerond en biedt waardevolle inzichten over hoe onze beken in Limburg reageren op extreme neerslag. Er zijn kansrijke typen maatregelen die op korte termijn verder verkend gaan worden. WRL gaat de aanbevelingen uit deze onderzoeken verder uitwerken om te komen tot een gerichte aanpak.